Juli 1940 opende 'Stad en Lande' een Grasdrogerij op de
Hilversumse Meent.
Tijdens een
bestuursvergadering van 'Stad en Lande'' (dec. 1939) werd tot de aanschaf
besloten. Men vreesde dat aanvoer van KRACHTVOER onmogelijk zou worden. Volgens
het bestuur een reden om een grasdrogerij op te zetten. Men had niet in de
gaten dat de benodigde brandstof in genoemde periode schaars zou worden. De
boeren, met hun boerenverstand, wisten dat ook tijdens een oorlog de zon bleef
schijnen. Hooien kon met mankracht doorgaan.
In de Gooi en Eemlander van 27-12-1939 staat een uitgebreid
verslag van de vergadering van Stad en Lande van Gooiland. Het kopje luidde: DE
MEENING ONDER DE BOEREN IS VERDEELD.
De heer Van Nispen meende , dat door den zee-oorlog de
levering van krachtvoer uit het buitenland wel eens helemaal stop zou kunnen
staan . Nu meent spr., dat het voor de boeren beter is minder vee ( met
beperkte schaar ) te houden met krachtvoer dan veel zonder
krachtvoer. Daarom is spr. Voor de aanschaf van twee machines.
Burgemeester Van Nispen, vergat dat ook tijdens WO I olie
als brandstof zeer schaars was. Inmiddels reden er in 1939 meer auto’s dan in
1918 . Hoe naïef was deze burgemeester.
In 1943 werd de grasdrogerij tot ca. 1946 stilgelegd door
gebrek aan brandstof. Een aantal jaren later werd de drogerij voorgoed
gesloten.